Reisverslag Fly & Drive Cuba Compleet 2004



Klik op het onderstaande plaatje om onze foto's te bekijken.
 



Woensdag, dag 1
Vandaag is het dan eindelijk zover, we gaan genieten van een welverdiende vakantie in een, voorzover we gelezen en gehoord hebben, heel mooi land met een zeer vriendelijke bevolking. Cuba is dit jaar de bestemming. We vertrekken met de taxi richting Schiphol. Hier ondervinden we gelijk dat de controles weer zijn aangescherpt, bij binnenkomst moeten we wijdbeens en wijdarms gaan staan en worden we gefouilleerd en gescand! Verder gaat het allemaal soepel en om ca. 10.30 uur gaan we met een Boeiing 767-300 de lucht in. We horen dat het ongeveer 9 uur vliegen is naar onze eerste bestemming, Punta Cana in de Dominicaanse Republiek, waar we een tussenlanding hebben.

Hier aangekomen mogen we ook het vliegtuig uit, heerlijk…..even de benen strekken, sigaretje roken en een beetje rondkijken. Ja en we kunnen weer een land aan onze lijst toevoegen waar we geweest zijn, we hebben er tenslotte rondgelopen!! Na ongeveer een uur vertrekken we weer. Het is nu nog één uur en achttien minuten vliegen naar Holguin in Cuba. We landen om 17.10 uur, precies op tijd (tijd in Nederland = 23.10 uur) op het vliegveld Frank Pais bij Holguin. Ook hier bij de douane, gaat alles heel soepel.

En dan met de bus richting Guardalavaca waar we de eerste nacht zullen doorbrengen. Onderweg zien we al heel veel oude Amerikanen rijden en ook al de nodige NZH-bussen waar de Nederlandse bestemmingen nog opstaan, zoals: Gouda en Alkmaar! Ook zien we al heel goed dat de steden hier eens heel mooi moeten zijn geweest maar dat alles nu erg vervallen is. Aangekomen in het hotel, Club Amigo, besluiten we gebruik te maken van het all-inclusive aanbod wat we kregen voor $ 12,00 per persoon. We kunnen dan tot vertrek de volgende dag eten en drinken wat we willen. Het hotel is schitterend gelegen, direct aan zee en met een groot zwembad waar we vanuit onze kamer op kijken. We gaan eerst lekker wat drinken en daarna wat eten en een beetje om ons heen kijken. Daarna de spullen voor de volgende dag klaar leggen, douchen en heerlijk slapen.

Donderdag, dag 2
Vandaag al weer vroeg uit de veren, heerlijk geslapen trouwens, en lekker gaan ontbijten. Het ontbijt was ontzettend goed, je kon uit zoveel dingen kiezen dat je niet wist wat je moest nemen! Daarna nog een beetje rondgekeken en om half negen naar de receptie voor de meeting. We krijgen nu onze hotelvouchers voor de gehele rondreis en onze huurauto, een Skoda Fabia. Dat gaat allemaal heel netjes en vlot. Nog even koffie gedronken en al kennis gemaakt met Ariane en Rob uit Krommenie die dezelfde rondreis gaan maken.

Onze huurauto

 
En dan gaan we op pad, vandaag rijden we naar Santiago de Cuba. Op advies van de reisleiding gaan we via Holguin omdat de weg via Banes, zoals ik zelf bedacht had, erg slecht schijnt te zijn. We merken nu al dat je niet echt kunt opschieten en dat de gemiddelde snelheid niet veel meer is dan 50 kilometer per uur. Toen we net reden dachten we, het valt wel mee dat wegdek maar we veranderden al snel van gedachten. We kwamen gaten tegen van wel 30 centimeter diep en nog groot ook. Onderweg hadden we ook nog een geweldige stortbui met hevig onweer.

En ook maakten we al kennis met de armoede in Cuba en de inventiviteit van de mensen om wat bij te verdienen. Toen we even stopten in een plaatsje om de benen te strekken, werden de wieldoppen van onze auto gepoetst door twee bouwvakkers. Ja, en je geeft dan maar wat want wat gebeurt er als je niets geeft! Misschien helemaal niets hoor en zijn wij gewoon te wantrouwend maar je weet het niet.

Ook hadden we gelezen dat er nauwelijks of geen openbaar vervoer is op Cuba en ook dat zagen we nu goed. Er rijden vrachtwagens rond en de laadbakken worden gebruikt als vervoermiddel. Op straat zie je soms ineens hele groepen Cubanen staan die staan te wachten op deze vrachtauto’s.Verder staan er langs de hele weg altijd wel ergens lifters maar wij hebben als advies gekregen om deze niet mee te nemen. Staatsauto’s zijn verplicht om lifters mee te nemen, dit wordt zelfs geregeld door een medewerker van de staat, maar toeristen hoeven dit niet te doen. We vonden het best wel moeilijk om ze zomaar voorbij te rijden maar aan de andere kant vonden we het ook moeilijk om iemand mee te nemen omdat we allebei geen woord Spaans spreken.

Openbaar vervoer
 

We hadden ook gelezen dat er weinig verkeersborden zijn in Cuba. Dat viel op zich wel mee vonden wij tot nog toe. Alleen op de punten waar je ze nodig had stonden ze niet zoals bij een rotonde of bij een splitsing. Het is bekend dat de verkeersborden soms worden weggehaald door boeren om te worden gebruikt voor reparatie aan hekken en dergelijke.
Maar goed….we zijn er gekomen en hebben de weg naar het hotel, hotel Versalles, ook snel en zonder de aangeboden hulp gevonden. Na het inchecken gingen we eerst wat drinken en kwamen toen Karin en Jos uit Brunsum tegen die ook dezelfde reis maken. Al gezellig mee zitten kletsen. Karin komt oorspronkelijk uit Den Haag dus dat leverde al de nodige gespreksstof op. Zij hadden trouwens hun eerste probleem al, de ruitenwisser aan de bestuurderskant begaf het ineens. Met die enorme stortbui was dit natuurlijk uiterst vervelend. Aangekomen in het hotel, hebben ze contact opgenomen met Rex en er kwam heel snel iemand. De boosdoener bleek een achtergebleven steeksleutel te zijn!

En toen naar de kamer en ja hoor, ons eerste probleem! Het toilet deed het niet. Willem belde naar de receptie en echt binnen een paar tellen stond er iemand voor de deur. Die keek even en ging weer weg en toen kwam er weer iemand die er naar keek en weer weg ging. De derde keer was het iemand met een sleutel en we begrepen dat we een andere kamer kregen. Deze kamer was nog veel mooier dus dat was een geluk bij een ongeluk! We zijn toen eerst maar weer wat gaan drinken bij het zwembad. En hier kwamen we er achter dat in Cuba de muggen heel irritant zijn. We besloten ons maar even te gaan verkleden want we waren al weer aardig lek gestoken. Dus….insmeren en lange broeken aan!

In het restaurant van het hotel wat gaan eten, het was hier niet zo uitgebreid maar we hadden wel live muziek. Er werden allemaal oude nummers uit de jaren ’50 en ’60 gespeeld. Toen we terug liepen kwamen we Karin en Jos tegen en hebben met zijn vieren wat gedronken bij het zwembad. Er was verder niet veel te beleven hier vonden we alle vier. Maar…. wij hadden een gezellige avond!

Overal Amerikaanse oldtimers

 
Vrijdag, dag 3
Vandaag besluiten we naar het Castillo de San Pedro de la Roca of zoals ze het hier noemen het Castillo El Morro te gaan. Het imposante kasteel dateert uit 1643, hoewel een groot gedeelte van het huidige gebouw er na plunderingen door piraten later bijgebouwd is. We zagen hier de eerste leguanen, heel leuk met krulstaarten als ze wegliepen. We hadden een prachtig uitzicht over de Sierra Maestra en over een klein eilandje in de flessenhals van de haven, Iglesia de San Rafael.

Toen we binnen gingen kijken in het kasteel, kwam er al heel snel een vrouw op ons af die ons ging rondleiden. Ze sprak alleen Spaans maar goed, we gingen maar achter haar aan. Even later kwam er nog één bij en later nog één. Aan het eind van de rondleiding vroegen ze om snoep voor de bambino’s, de aap die aan mijn tas hing en natuurlijk om dollars! We hebben de eerste vrouw een rol snoep en een dollar gegeven maar de twee die alleen maar waren meegelopen hebben we niets gegeven. Dat vonden we toch een beetje te gek worden.

We zijn daarna nog even in Santiago gaan rondrijden. De indruk die we van de stad hadden was dat het druk was en erg vervallen. We hadden niet echt de behoefte om hier rond te gaan lopen, we hadden even genoeg van het gebedel om dollars enzovoort. We zagen hier ook helemaal geen andere toeristen. We moesten wel even de Plaza de la Revolución bekijken. Hier staat het levensgrote Monumento a Antonio Maceo, een hommage aan de mulattengeneraal (1845-1896) die uitgroeide tot onderbevelhebber van de Mambi-rebellen.

Monumento a Antonio Maceo
 

De theatraliteit wordt versterkt door 23 hoge metalen palen die schuin uit de grond omhoog steken. Ze moeten machetes (een soort militaire messen) voorstellen die verwijzen naar het Protesta de Baraguá, Maceo’s weigering om het vredesverdrag van 23 maart 1878 te accepteren. Na dit stukje geschiedenis besloten we naar het hotel terug te gaan en vanmiddag lekker te gaan relaxen. Eerst even een lekker bordje patat gegeten en toen lekker bij het zwembad gaan liggen. Af en toe een duik om af te koelen, best uit te houden zo.

Later kwamen Karin en Jos en Ariane en Rob ook bij het zwembad en we hebben even ervaringen van vandaag uitgewisseld. Na lekker gedoucht te hebben zijn we bij het zwembad gewoon even een broodje hamburger gaan eten, hebben nog wat gedronken en zijn vroeg gaan slapen. We hadden nu allebei verschrikkelijk veel slaap wat waarschijnlijk te wijten was aan het tijdverschil van zes uur en de vele nieuwe indrukken.

Zaterdag, dag 4
Na het ontbijt checken we uit en rijden om ca. 09.45 uur weg. Vandaag gaan we naar Bayamo. We zijn één keer een stukje verkeerd gereden bij Contramaestre maar gelukkig viel de schade mee. We hadden het met Karin en Jos gehad over botanische tuinen die we op weg naar Bayamo tegen zouden komen en we hadden besloten om deze te gaan bekijken. Op weg hier naar toe kwamen we hen tegen en we zijn er met zijn vieren verder naar toe gereden. Het zijn de Jardín Botánico Cupaynicú vlak bij Guisa. Het bleek later dat het maar goed was ook dat we met zijn vieren waren want de gids die mee ging sprak geen woord Engels en ja, Karin heeft 20 jaar in Portugal gewoond en kan zich toch heel goed verstaanbaar maken.

Jardín Botánico Cupaynicú
 

We kregen eerst een glas heerlijke limonade waar we eigenlijk peso’s voor hadden moeten betalen maar ja….die hadden we niet. Toen kregen we een rondleiding, de tuinen waren prachtig. Er stonden veel planten die met uitsterven bedreigd werden en ook veel medicinale planten. De tuinen waren zo groot dat we ook nog een stuk met de auto hebben bekeken. Toen we eruit gingen moesten we in dollars betalen maar voor de auto weer in peso’s die we dus niet hebben! Ze vonden het geloof ik niet echt leuk maar niets aan te doen!

En toen op weg naar het hotel, hotel Sierra Maestra, wat we weer snel gevonden hadden. Ariane en Rob waren er ook al en met zijn zessen hebben we eerst wat gedronken. Toen Karin en Jos nog even wilden gaan zwemmen en naar de kamer gingen om de badkleding aan te doen, kwam er net een badmeester met een fluitje iedereen uit het zwembad halen en werden er borden neergezet dat je er niet meer in mocht. Wij helemaal in een deuk natuurlijk! Toen Karin en Jos naar buiten kwamen en wij het zeiden, begrepen ze ons niet en doken er zo in. Ze dachten…dat is lekker, een heel zwembad voor ons alleen! Toen ze in de buurt kwamen en wij het nogmaals zeiden, wisten ze niet hoe hard ze eruit moesten komen. Hilariteit alom natuurlijk!

We spraken af om vanavond gezellig met zijn zessen te gaan eten en gingen naar de kamer om even op te frissen enzovoort. We gingen met drie bici-taxi’s, die Willem al besproken had, naar Bayamo toe. We hadden gevraagd of ze ons naar een goed restaurant wilden brengen. We hebben onderweg al ontzettend gelachen, die drie Cubanen waren erg gezellige lui. We kwamen bij een paladare, El Polinesio. Nou, dit was echt geweldig, het eten was heerlijk en ook hier hebben we erg gelachen. De eigenaar bleek de Cubaanse mister Bean te zijn, zijn lach, zijn mond en zijn stem! Als hij een drankje voor je inschonk zei hij: "Congratulations". Ze hadden hem waarschijnlijk wijs gemaakt dat hij dan proost of gezondheid zei.

Eten in een Paladar
 

Ariane had wat ballonnen bij zich en blies er één op en gaf die aan de kinderen. Nou die waren er blij mee en bleven ermee spelen. We kregen als dank een optreden van één van de dochters, wat een eigenwijs ding was dat zeg! Het was echt een hele gave avond. De bici-taxi’s hadden op ons gewacht en op de terugweg hadden we weer veel lol. Die Cubanen zijn echt flirten zoals je ook leest, ze fluiten naar iedere vrouw! Terug in het hotel hebben we met Rob nog even wat gedronken aan de bar, de rest ging gelijk slapen.

Zondag, dag 5
Weer vroeg op en na het ontbijt gelijk weg (08.50 uur). Tot onze verrassing was de auto gewassen en ja……dat koste weer $ 2,00. Vandaag gaan we naar onze volgende bestemming, Camagüey. We reden hier foutloos naar toe maar op advies van de reisleiding lieten we ons hier maar wel voorgaan door een fietser want het hotel, Gran Hotel, was heel moeilijk te vinden. Camagüey is een stadje met heel veel éénrichtingsstraten. Het is als een doolhof in elkaar gezet om in vroeger tijden de piraten te misleiden. Het bleek een vrij oud hotel te zijn in koloniaalse stijl. De kamers waren erg klein en heel hoog maar wel leuk. Heel vreemd was dat je de sleutel van je huurauto, waar jij toch verantwoordelijk voor bent, uit handen moest geven. Zij parkeren de auto ergens op een plein en brengen dan de sleutel weer naar je kamer.

We hebben al weer hele grote behoefte om eerst onze dorst te gaan lessen. Beneden in de hal zien we een grote bar/snackbar en besluiten hier wat te gaan drinken. Al heel snel kwam er een jongen binnen die naar Willem zijn pakje shag wees en er graag één wilde draaien. Hij vertelde dat hij in het ziekenhuis werkte in de beveiliging. Hij sprak gebrekkig Engels. Hij riep er een ander bij die verderop aan een tafeltje zat. Die sprak goed Engels en vertelde dat hij Salsaleraar was.

We kregen nu wat te horen over Cuba en het leven hier. Volgens hem heeft één op de vier Cubanen maar werk. Het bedrag wat ze hiervoor krijgen is tussen de $ 7,00 en $ 12,00 wat geen vetpot is! Ook hoorden we dat ze Cuba wel mogen verlaten maar alleen op uitnodiging van iemand, die dan ook voor onderdak enzovoort moet zorgen. Die Salsaleraar vertelde dat hij best een ander leven zou willen ergens anders maar dat dat gewoon niet mogelijk was. Je voelt je dan toch wel rot alhoewel je weet dat je er ook niets aan kunt doen dat jij in zo’n rijk land geboren bent. Het toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor ze maar aan de andere kant krijg je ook wel het gevoel dat je ze de ogen loopt uit te steken!

We zijn vervolgens even naar het dakterras geklommen, we hadden hier een prachtig uitzicht over Camagüey. Toen we er al een tijdje waren kwam er een man naar boven die de hele bar voor ons ging openen. We hebben toen maar even een heerlijke Mojito genomen, het nationale drankje van Cuba. Het bestaat uit: white sugar, lemon juice, light rum, mineral water, mint leaves and ice. Erg lekker! We hebben op de film gezet hoe je het maakt, hij ging het helemaal uitleggen aan ons.

Mojito
 

Na even douchen, zijn we een hapje gaan eten en kwamen daar Karin en Rob weer tegen. Die hadden al een stadsrondrit gemaakt en gegeten in een paladare. Die Salsaleraar kwam er ook weer bij want hij hoopte dat wij met z’n zessen mee zouden gaan eten in een paladare maar…..dat ging dus niet door. Hij zei toen dat hij thuis ging eten. Ik vond dit toch wel een beetje raar, had hij verwacht dat hij met ons mee kon eten dan??? Ze hadden vanmiddag ook al op onze kosten mee zitten drinken en dat gaf helemaal niets maar er vanuit gaan dat hij ook mee kon eten en waarschijnlijk ook nog op onze kosten, vond ik niet leuk. Ariane en Rob kwamen ook nog even langs, die zaten in een ander hotel en gingen nog wel eten in een paladare. Na nog een paar drankjes zijn we gaan slapen.

Maandag, dag 6
Na het ontbijt zijn we om 08.45 uur weggereden. We gaan weer naar een volgende bestemming, Sancti Spiritus. Na ongeveer twee uur rijden worden we verrast door een bord met een mes en een vork erop en ja hoor…….een wegrestaurant, de Oase. Dit was de eerste keer dat we er één tegen kwamen. We stoppen hier en nemen een heerlijke kop koffie met een warm broodje met kaas erbij. De eigenaar sprak goed Engels en vertelde dat dit een farm was en dat we best even rond mochten kijken. Als we vruchten zagen liggen, ze verbouwden o.a. bananen en papaja’s, mochten we die in onze tas stoppen. Als hij ze aan ons gaf dan moesten we ervoor betalen. Vreemd idee maar goed, we gingen even rondkijken. Heel mooi hier maar erg veel muggen. We liepen een rondje en zijn na gedag te hebben gezegd, weer op weg gegaan.

Bij Ciego de Avila zijn we richting Caya Coco gegaan. Dit was een omweg van een dikke tweehonderd kilometer maar we kunnen achteraf zeggen dat we er geen spijt van hebben. Op weg hier naartoe, reden we op een gegeven moment een verkeerde weg in en moesten we ongeveer dertig kilometer omrijden. Toen we terugreden kreeg Willem het ineens heel benauwd, hij moest ontzettend nodig naar het toilet. We wisten dat er bij de kruising, waar we verkeerd waren gereden, een tankstation was. Toen we daar aankwamen, rende Willem naar het toilet toe en shit…….geen toiletpapier! Tankstation in maar daar hadden ze geen toiletpapier. Dan maar in de auto kijken wat we voorhanden hadden. Dat was een katoenen tasje!

Toen Willem al op het toilet was gebeurde er iets heel leuks. Ik werd aangesproken door een Cubaan die vroeg of ik Engels sprak. Na dit bevestigd te hebben zei hij: "ik hoorde dat uw man om toiletpapier vroeg, hier heeft u een paar blaadjes van mijn Engelse les die ik niet meer nodig heb". Ik vond dit zo ontzettend lief! Ik schoof ze tussen de deur door en alhoewel niet toereikend, Willem was een klein beetje geholpen. Een goede les: zorg dat je toiletpapier bij je hebt (of Engelse les, geintje!), dat is hier zeer schaars! Na hem heel hartelijk bedankt te hebben, vervolgden we onze weg.
 
 

Caya Coco behoort tot de Jardines del Rey (Tuinen van de Koning). Caya Coco bereik je via een 27 kilometer lange pedraplen (dam of opgehoogde weg) door de Bahiá de Perros (Hondenbaai). Bij een controlepost moesten we ons paspoort laten zien alvorens we de pedraplen op mochten. De baai huisvest de grootste flamingokolonie van het Caribische gebied en we hebben ze nog gezien ook! Ook hebben we hier een pelikaan, weer veel kalkoen gieren, grote witte reigers en nog veel meer vogels waarvan ik geen naam weet, gezien. Willem heeft ook een hele grote leguaan of varaan, weet niet precies hoe dat beest heet, gezien. Die heb ik gemist want na een aanval door een gier was die leguaan in zee weggedoken. De weg ging op een gegeven moment door prachtige mangrovemoerassen. We moesten onszelf dwingen om weg te gaan maar ja….we moesten nog ruim 100 kilometer naar Sancti Spiritus rijden.

Laat in de middag kwamen we aan in het hotel, Hostal del Rijo. Ook weer koloniaals maar wel veel mooier dan het vorige hotel. De handdoeken waren weer in de vorm van twee zwanen neergezet en de sprei lag als een groot hart op het bed. Dat doen ze erg leuk in Cuba. We zijn eerst even wat gaan drinken en spreken gelijk met de rest af om vanavond met z’n zessen te gaan eten. Even lekker douchen en daarna zijn we in een staatsrestaurant gaan eten. Volgens de Lonely Planet waren hier geen paladares. Het eten was goed maar niet echt geweldig. Daarna zijn we gezellig op een terras bij de rivier nog wat gaan drinken voor het slapen gaan.

Dinsdag, dag 7
Na een heerlijk ontbijt vertrekken we richting Trinidad. De weg er naartoe is ook al prachtig. We rijden door de gekartelde Sierra del Escambray, Cuba’s op één na hoogste bergketen. We rijden door Trinidad en besluiten eerst naar Playa Ancon te gaan wat ongeveer 15 kilometer verderop ligt. Dit drie kilometer lange reepje strand is misschien wel het mooiste van de zuidkust van Cuba. De zee is turkooisblauw en ik moest er even in. Het water was heel warm en ik kan zeggen dat ik in de Caribische Zee ben geweest! Na ca. twee uur hadden we het wel weer gezien en besloten naar Trinidad te gaan. We wilden eigenlijk het historische centrum bekijken maar na een aantal pogingen om het te vinden, hebben we het opgegeven. We hadden geen zin om het te vragen dus eigen schuld!

Op de terugweg zijn we nog wel gestopt in de Valle de los Ingenios. Dit is een vallei waar vroeger suikerrietplantages waren waar slaven werkten. We zijn naar de Hacienda Iznaga gegaan en hebben hier een vijftig meter hoge toren beklommen van waaruit de plantageopzichter vroeger de slaven in de gaten hield. We hadden een schitterend uitzicht. Het was weer superheet vandaag dus we moesten beneden gekomen eerst onze dorst lessen. In een museum/restaurant gingen we wat drinken. We kregen hier een live-optreden van Manacanabo, een band die traditionele Cubaanse muziek speelt, onwijs leuk! We hebben hun CD gekocht en de leider van de band, die overigens alle nummers zelf componeert, heeft er een groet en een handtekening ingezet.

Hacienda Iznaga
 

Terug in het hotel even plassen en daarna naar het terras bij de rivier gegaan. Karin en Jos zaten hier ook al. Na een paar Mojitos kwamen ook Ariane en Rob erbij zitten. Het was weer heel gezellig, wat kun je je toch op je gemak voelen bij sommige mensen! Na één week tijd had je het gevoel of je ze alle vier al jaren kende. We besloten om hier te gaan eten vanavond. We gaan even douchen en daarna terug. We hebben hier heerlijk gegeten, was beter als gister in dat andere staatsrestaurant. Na het eten gaan we terug naar het hotel, spullen pakken en slapen.

Woensdag, dag 8
Vandaag hoeven we niet ver, maar 85 kilometer naar onze volgende bestemming, Santa Clara. Na het ontbijt zijn we rond tien uur vertrokken. Na twee uur zijn we al in het hotel, hotel la Granjita. Het ziet er hartstikke leuk uit hier maar onze kamer is nog niet gereed. We gaan dus eerst maar wat drinken met Karin en Jos die we onderweg hiernaar toe weer tegen kwamen. Na weer een kleine twee uur waren de kamers gereed. Prachtige kamers en weer handdoeken in de vorm van een zwaan. We hebben de spullen neergezet en we gaan nu eerst het beroemde monument van Che Guevara bekijken voordat we een duik gaan nemen in het uitnodigende zwembad. Op weg naar het monument werden we voor de eerste keer aangehouden door een agent. We moesten onze paspoorten laten zien en het huurcontract van de auto. Niets aan de hand en hij was uitermate vriendelijk.

Monumento Che Guevara
 

Eerst wat over deze onder de Cubanen zeer geliefde man. Ernesto "Che" Guevara (1928-1967) is Cuba’s meest geëerde revolutionaire held. Che is geboren in Argentinië en na vele omzwervingen komt hij in Mexico terecht waar ook Fidel Castro naar toe gevlucht is na de mislukte aanval op de Moncado-kazerne in Santiago de Cuba. Op een avond in de tweede week van juli 1955 vindt de ontmoeting tussen Fidel Castro en Che Guevara plaats, het begin van een lange vriendschap.

De twee praten de hele nacht door. Fidel Castro over die ontmoeting: ‘hij kende veel van het marxisme-leninisme, zeer leergierig, hij was een overtuigde. Toen wij Che leerden kennen, was hij al een gevormde revolutionair.’ Pas bij de dageraad onthult Fidel zijn plan aan Che Guevara: hij wil een jacht uitrusten voor de oversteek naar Cuba (de Granma) om te strijden tegen het bewind van de dictator Batista. Che wordt opgenomen in Fidel’s M 26-7 (Movimiento 26 de Julio) en hij zal Fidel helpen bij zijn Cubaanse revolutie.

In 1956 is het zover, alle voorbereidingen voor de opstand in Cuba zijn getroffen en de Cubaanse revolutie kan beginnen. De bedoeling is dat er een volksopstand begint in het zuidoosten van het eiland. Dan zal Fidel Castro zich bij de opstandelingen aansluiten met een klein legertje van 82 man dat per boot vanuit Mexico komt. Op 25 november om half twee ‘s nachts beginnen de motoren van het kleine bootje de Granma dat 82 guerrillastrijders (waaronder Che Guevara) naar Cuba zal brengen te ronken. Onder het motto: ‘weldra zullen wij vrij zijn of martelaars’.

De boottocht draait uit op een ware helletocht voor de dappere revolutionairen. ‘Een week lang slapen zij niet, zeeziek, opeengehoopt als sardines in een blikje, terwijl de noordenwind zich vermaakt met het scheepje Granma.’ Tot overmaat van ramp landen zij ook nog eens op de verkeerde plaats en enkele dagen te laat. Bovendien blijkt de opstand die in het zuidoosten van Cuba ontketend zou worden mislukt te zijn. De revolutionairen moeten vluchten naar de bergen in het zuiden van Cuba, naar de Sierra Maestra waar zij zich opnieuw kunnen organiseren. Che was één van de 17 rebellen die de landing van de Granma in december 1956 overleefden.

De troepen van Castro hebben in de veilige bergen van de Sierra Maestra alle tijd om rustig op adem te komen en de revolutie uit te bouwen. Er wordt een radiozender in de lucht gebracht die elke dag inbreekt op de golflengte van de staatsradio om de stem van de revolutie te verspreiden, Radio Rebelde. De nieuwe beweging slaat aan en Batista wordt steeds verder in het nauw gedreven. Che Guevara onderscheidt zich in de guerrilla oorlog in positieve zin. Hij geeft het goede voorbeeld door zich ondanks zijn astmaproblemen altijd met hart en ziel in te zetten voor de revolutie, hij is een echte doorzetter. Maar hij onderscheidt zich niet alleen in militair opzicht, hij is ook een uitstekend dokter en leert veel boeren lezen en schrijven. Ook zijn lessen aan de strijders die zich juist bij de M 26-7 hebben aangesloten komen goed van pas, ze leren van hem vele guerrillatechnieken.

Of deze lofzang op Che helemaal terecht is, is nu moeilijk na te gaan. Feit is wel dat Fidel Castro, de leider van de revolutie, zich in het openbaar louter positief over hem heeft uitgelaten. Door al deze factoren en het feit dat Che een geboren leider is, werkt hij zich op tot commandant in de beweging van Castro, de hoogste militaire rang mogelijk. Onder de leiding van El Commandante Che Guevara wordt de voor de revolutie beslissende slag om het strategische belangrijke Santa Clara gewonnen. Via een tactische list vallen de rebellen het leger van Batista aan op een plek waar zij dit totaal niet verwachten.

In de verwarring ontvluchten veel soldaten die in Santa Clara gelegerd zijn de stad. Dan is het een koud kunstje voor de mannen van Che om het laatste verdedigingswerk van Batista in te nemen. Twee weken later zal de dictator Batista naar de Dominicaanse Republiek vluchten en is de weg naar Havana vrij voor de opstandelingen. De Cubaanse revolutie heeft gezegevierd.

Na de revolutie krijgt Ernesto ‘Che’ Guevara op 9 januari de Cubaanse nationaliteit van de nieuwe ministerraad. Om verschillende redenen besluit minister Guevara van industrie op 1 april 1965 afstand te doen van zijn ministerspost, zijn taken in het partijbestuur, zijn rang als commandant, zijn Cubaanse nationaliteit en Cuba te verlaten. Che pakt de wapens weer op en vertrekt zeer goed vermomd naar Belgisch Kongo om daar ‘een Vietnam te doen uitbreken in Afrika’. Helaas is het verblijf van Che en zijn manschappen in Kongo geen succes. Ze spreken de taal niet, waardoor ze nauwelijks contact hebben met de bevolking en ze zijn met te weinig in aantal en te slecht bewapend om iets te kunnen uitrichten. Ook is er sprake van een gebrek aan revolutionaire eenheid onder de rebellen.

Op een gegeven moment ziet Che in dat deze actie zinloos is en hij vertrekt weer. Na zijn mislukte poging om in Kongo wat uit te richten begint Che aan zijn voorbereidingen voor een revolutie in Bolivia, hij doet dat in samenwerking met Fidel Castro. Op verschillende plaatsen in Zuid-Amerika bereiden zich troepen voor op de aanstaande revolutie in Bolivia, onder deze troepen bevinden zich ook 60 Cubanen onder leiding van Che. Che en Fidel hebben gekozen voor Bolivia vanwege de centrale ligging in Zuid-Amerika en omdat het land zo dicht bij Argentinië ligt. Het is namelijk een droom van Che om in zijn vaderland een revolutie te ontketenen en er een socialistisch bewind aan de macht te brengen. Eigenlijk wil hij heel Zuid-Amerika hervormen naar het voorbeeld van Cuba, maar dat blijkt onhaalbaar.

De Boliviaanse campagne van Guevara wordt een complete mislukking, van alle Cubanen die naar Bolivia trekken keren er slechts 6 (!) levend terug. Che Guevara komt met valse papieren en uiteraard vermomd aan in Bolivia ergens in het najaar van 1966. Che’s mannen krijgen geen enkele steun in Bolivia en vechten tegen de bierkaai. Inmiddels is uitgelekt dat Che de revolutie in Bolivia leidt. Nu zijn de V.S. bereid om tot het uiterste te gaan om de revolutie in Bolivia een halt toe te roepen, Che Guevara te arresteren en zo het communistische regime op Cuba een slag toe te brengen. De dood van de held van die revolutie, Che Guevara, zou hen zeer goed van pas komen. Dat zou een mokerslag zijn voor Fidel Castro.

Daarom sturen de V.S. steeds meer wapens en adviseurs naar het Boliviaanse leger, terwijl de troepen van Che door het ontbreken van enige steun en/of versterkingen steeds meer aan hun lot worden overgelaten. De mannen van Che bevinden zich op een gegeven moment in een vallei waarin zij volledig ingesloten worden door duizenden Boliviaanse soldaten. De boeren en dorpelingen hebben de soldaten van de vijand voortdurend gewezen waar de mannen van Che naar toe zijn gegaan of waar ze zich bevinden. Dit dikwijls onder bedreiging maar ook omdat zij genoeg hebben van die onruststokers in Bolivia.

Che heeft dit zelf ook in de gaten, echter het kan hem niets schelen. Hij vertrekt niet uit Bolivia als het nog kan zoals in Kongo, maar blijft er. Zo nemen zijn kansen om levend uit Bolivia weg te komen met de dag af, Che is zich hier van bewust. Hij schrijft hierover: ‘het loont zich de moeite om zuiver voor een ideaal te sterven op het strand van een vreemd land’. Op 8 oktober 1967 is het zover, een colonne Boliviaanse soldaten heeft Che en een paar mannen in de gaten. Ze schieten op hen en Che wordt meerdere malen in zijn been geraakt. Hij weet dan echter nog te ontkomen. Maar nog geen uur later, als hij druk bezig is met de verzorging van zijn been, zien twee patrouillerende soldaten hem zitten en arresteren hem.

Binnen de kortste keren staan er tientallen mannen om hem heen, Che Guevara is gevangen genomen. Ze brengen hem naar een dorpsschooltje waar hij geboeid de nacht doorbrengt zonder aan zijn been verzorgd te zijn. De volgende morgen komt een CIA-agent de boel inspecteren, als hij weer vertrokken is komt vanuit La Paz het bericht ‘er mogen geen gevangenen zijn’. Op 9 oktober 1967 om 13.00 uur is het zover. Ernesto ‘Che’ Guevara is dood, een legende is geboren. Nadat hij gefusilleerd is worden de beide handen van Che afgehakt en als bewijsmateriaal naar Cuba gestuurd. Daarna wordt Che op een geheime plaats begraven en laat de Boliviaanse regering een persbericht uitgaan dat meldt dat Ernesto Che Guevara zondag is gesneuveld tijdens een gevecht in Iligueras, 610 km ten zuidoosten van La Paz.

Deze verklaring wordt van het begin af aan niet serieus genomen. Ondertussen blijft het lijk van Che spoorloos. Tot en met het jaar 1995 zwijgen alle betrokkenen. Zo ontstaan de wildste verhalen over wat er met zijn lichaam gebeurd zou zijn. Daaraan komt een einde wanneer Argentijnse archeologen op 5 juli 1997 zijn skelet opgraven. Het is duidelijk herkenbaar doordat de beide handen missen. Als het lichaam na wetenschappelijk onderzoek inderdaad van Che blijkt te zijn wordt het naar Cuba vervoerd waar het een bijzonder mooie begrafenis krijgt. Het stoffelijk overschot wordt van Havana naar Santa Clara vervoerd. Langs de weg staan honderdduizenden mensen die hem uitgeleide doen. Hij wordt opgebaard in een gigantisch mausoleum in Santa Clara dat ter ere van Che Guevara is gebouwd. Zo krijgt Che Guevara toch nog een mooi graf.

Het "Monumento Che Guevara" is inderdaad gigantisch en heel indrukwekkend. We weten niet echt goed wat we van hem moeten vinden en wat we over hem moeten denken, maar op de één of andere manier hebben we wel iets met hem! Naast zijn levensgrote beeld is ook de afscheidsbrief aan Fidel Castro die hij schreef toen hij naar Kongo vertrok, hier te vinden.

Hierbij de link naar de internet site waar de Nederlandse vertaling van de brief te vinden is:


Terug in het hotel gaan we bij het zwembad eerst even bekomen van deze geweldige indruk, want dat maakt zo’n prachtig monument van zo’n vereerde held wel op je, en wat eten en een Mojito drinken. Vervolgens een duik om af te koelen, heerlijk! We gaan vanavond weer met z’n zessen eten. In het restaurant van het hotel hebben we lekker gegeten en het gebeurde hier weer dat de stroom uitviel. Hadden we al meerdere malen meegemaakt deze vakantie. Er werden gelijk allemaal kaarsen aangestoken, heel romantisch! Na enkele minuten gaat alles echter weer aan.

Na het eten zijn we bij het zwembad nog wat gaan drinken. Er was een modeshow en een dansshow. Toen de dansers later vroegen waar wij vandaan kwamen en of ze erbij mochten komen zitten, kwamen we ineens uit IJsland volgens Jos. Ariane zei: "We don’t speak English but Icelands". We lagen helemaal in een deuk maar ze dropen wel af. En dat bleek later maar goed ook want de mensen waar ze later bij gingen zitten werden op een gegeven moment mee de dansvloer opgenomen. Ja….en daar hadden wij nou net geen zin in. Niet te laat naar de kamer gegaan want we moeten morgen een heel eind rijden en nog even pakken.
 
Donderdag, dag 9
Vandaag om 09.30 uur vertrokken richting Havana waar we drie nachten verblijven. Een hele afstand vandaag maar als het goed is gaan we een heel eind over de autopista. Dit is een zes-, soms zelfs achtbaans snelweg. Zonder al te veel zoeken, komen we op deze snelweg. We kijken onze ogen uit! Al die kleuren asfalt en al die slechte stukken met gaten. Ook zijn er geen banen aangegeven door middel van strepen dus men rijdt maar wat! In Nederland zou dit echt niet kunnen.

 

Je komt ook van alles tegen op de snelweg zoals: kaasverkopers, fietsers, paard en wagens, verkopers met maïskolven, verkopers met vis, oldtimers bij de vleet die vieze dampen uitstoten (we weten niet wat ze in hun tank gooien!), groepen mensen die wachten op vervoer, lifters, spoorrailsen die los liggen of boven het wegdek uitkomen, je moet er dus stapvoets overheen, veel bruggen die geen functie hebben behalve dan de leuzen over de revolutie die er op staan tonen, spookrijders! Dit laatste gebeurde als er een tankstation was, die waren er niet zoveel (ongeveer om de 100 kilometer), ze reden dan gewoon over de middenberm en dwars over de weg om er te komen!

We werden net onder de eerste brug door, voor de tweede maal aangehouden door een agent en moesten dit keer alleen onze paspoorten laten zien. Ook deze agent wenste onze een fijne dag en liet ons in "no time" doorrijden. Na ongeveer anderhalf uur stopten we even bij een tankstation. We zagen dat je hier koffie kon drinken en daar hadden we zin in. We hebben hier weer even ontzettend gelachen! We zagen op een gegeven moment, een meisje rondlopen die de boel aan het aanvegen was. We keken er even naar en nog een keer en wisten niet wat we zagen. Ze had haar benen geschoren maar waarschijnlijk had ze toen een bermuda aan of zo. Ze had nu een kort rokje aan en je zag een hele rand ongeschoren been, echt geen gezicht! Willem en ik hebben er bijna met onze mond open naar zitten kijken en ook nog even een paar plaatjes geschoten. Ze moest eens weten. Geen bikinilijn maar een bermudalijn!

 

Ongeveer 140 kilometer voor Havana, slaan we af richting het Parque Nacional Ciénaga de Zapata. Dit 4468 km2 grote gebied bestaat uit een keten van mangroves, rietlanden, marabú struikgewas en lagunes. In verband met de tijd die we nog nodig hebben om naar Havana te gaan, gaan we alleen naar het hoogtepunt van dit gebied, de Criadero de Cocodrilos. Aan de ene kant van de weg is een kwekerij voor krokodillen, aan de andere kant is een meer toeristische plaats waar je de krokodillen kunt bekijken. Wij gaan naar de kwekerij. We worden hier gelijk op leuke beelden getrakteerd maar niet heus! Een jonge man liep tussen een grote groep ganzen om zich heen te knuppelen met de bedoeling om ze dood te slaan. Je weet dat de krokodillen moeten eten maar om dit te zien is toch geen lolletje! We zagen hem later weglopen met een aantal dode ganzen die hij als een bosje vasthield.

Maar goed, we gingen dus de kwekerij binnen en zagen hier krokodillen in allerlei leeftijden. Op een gegeven moment stonden we bij een kooi te kijken waar éénjarige krokodillen in zaten. Een man pakte er één, deed een ijzerdraadje om zijn bek en gaf die aan mij en zei wijzende naar Willem: "picture". Was een heel apart gevoel om zo’n krokodil vast te houden, heel zacht, koel en alhoewel maar één jaar, toch al heel sterk! Ook nog een foto van Willem die hem/haar vasthad en weer terug in de kooi. Even verderop zat de enige echt hele grote krokodil. Je kon er vlak bij gaan zitten en ze maakte dan een heel raar geluid wat sissen, grommen en blazen tegelijk leek. Best angstaanjagend!

Om één uur gaan we verder naar Havana, het is nog 140 km. We rijden de goede afslag voorbij maar kunnen gelukkig iets verderop draaien en pakken dan alsnog de afslag die ons op de rondweg brengt. Het blijkt dat we een heel eind buiten het centrum zitten wat we achteraf erg jammer vinden. We komen via de rondweg op de Malecón. De Malecón is een bochtige kustboulevard van ca. 7 km. lang. Voor veel Habaneros is dit een geliefde ontmoetingsplaats, vooral voor verliefde stelletjes en voor kinderen die er komen zwemmen in de tussen de rotsen gelegen zwembadjes. Bij stormachtig weer slaan de golven over de boulevard. De eens zo fraaie koloniale gebouwen hebben deze zoute aanval niet doorstaan en staan en vervallen bij. Gelukkig is er een begin gemaakt met de restauratie.

Malecón
 

Na de tunnel gaan we verder over de 5ta Avenida. Na ongeveer 2 km. zien we de ingang naar de jachthaven : "Marina Hemmingway". Ons hotel, Acuario, blijkt een hele straat te beslaan en uit een heleboel gebouwen te bestaan. We checken in en moeten naar een verderop gelegen gebouw waar onze kamer is. Het is weer een mooie, ruime kamer. alleen jammer….de schuifdeur naar ons balkon werkt heel slecht. We hebben een heel mooi uitzicht over de Golf van Mexico. We hebben alleen het gevoel dat dit géén Cuba meer is, er liggen hier allemaal dure jachten, er rijden luxe wagens en we zien even later ook allerlei winkels met dure merkkleding. We hadden gehoopt pas in Varadero het Cuba-gevoel te verliezen maar dat gebeurde hier al!

We gaan eerst wat drinken en daarna een beetje om ons heen kijken. Vanaf de kust hadden we een mooi uitzicht op Havana. Als je zo de skyline zag, dacht je…..zo dat is een stad! Helaas is alles erg vervallen zoals we al gezien hebben. Na een tukkie en even opfrissen, gaan we eten bij een restaurant in de straat, steakhouse Fiësta. Het was heerlijk! Daarna in de bar bij ons appartement nog wat gedronken, er was live-muziek die wij eigenlijk niet gehoord hebben. Ze stopten toen wij net zaten maar kwamen wel met de pet langs!

Vrijdag, dag 10
Na het ontbijt zijn we eerst naar de receptie gegaan. Van Karin en Jos hadden we gehoord dat je hier excursies kon boeken naar allerlei bestemmingen. Voor vandaag hebben we een stadstoer door Havana geboekt en voor morgen een toer naar Viñales. Dat wilden we ook erg graag zien maar eigenlijk hadden we wel even genoeg rondgereden. Dus dit was de oplossing! Voor de excursie naar Havana moeten we om half twee bij de receptie zijn. We worden hier opgepikt door een bus van Cubanacan. We zijn de enige twee en we horen de we eerst de gids gaan oppikken en daarna nog ongeveer 27 personen. Wij kregen echt de meeste waar voor ons geld want nadat de gids ingestapt was, ging ze gelijk van alles vertellen tijdens het oppikken van alle anderen. Pas om ongeveer drie uur hadden we iedereen opgepikt en begon de toer.

Eerst gingen we naar het Capitolio. Het Capitolio is 6 meter hoger dan het origineel in Washington. Het is tussen 1912 en 1919 gebouwd om onderdak te bieden aan Cuba’s congres. Het is een prachtig gebouw maar de gebouwen die hier verder staan, zijn ongetwijfeld heel mooi geweest maar nu allemaal heel erg vervallen. Ook kijken we hier weer onze ogen uit naar alle oldtimers. Corpulente Chevrolets, met chroom overladen Chryslers, Studebakers met een grote grijnzende grille enzovoort. Deze vierwielige slagschepen zijn een metafoor voor de toestand van het eiland, vooral de stedelijke landschappen, die vaak eerder aan klassieke ruïnes dan aan een moderne stad doen denken!

Capitolio
 

We hoorden van de gids dat Cubanacan bezig is om alle mooie en goed onderhouden oldtimers in Cuba op te sporen. Ze verkopen deze dan in het buitenland voor grof geld en de eigenaar krijgt in ruil een gloednieuwe Lada! Een comfortabele achtcilinder tegen een degelijke Oost-Europese viercilinder, een mooiere en betere ruil (maar niet heus) kan je je toch niet voorstellen!

Vervolgens gaan we naar de Plaza de Revolución. Dit enorme open plein is in de jaren vijftig aangelegd. Er omheen staan verschillende ministeries, de nationale bibliotheek, een theater en een museum. Midden op het plein staat het 17 meter hoge, uit graniet en marmer vervaardigde Monumento a José Martí, de geestelijke vader van de revolutie. Het valt bijna in het niet bij de 90 meter hoge granieten obelisk die er achter staat. José Martí (1853-1895) is een Cubaanse vrijheidsstrijder, dichter en denker. José Martí heeft zowel ideologisch als praktisch leiding gegeven aan de Cubaanse opstanden tegen de Spaanse overheersing. Hij waarschuwde al tegen het dreigende imperialisme van de VS. José Martí wordt in Cuba beschouwd als een vader van het volk en is één van de grote voorbeelden voor de Cubanen m.b.t. scholing en revolutionair denken en handelen.

Monumento a José Martí
 

Op het Ministerio del Interior (Binnenlandse Zaken) zit een keramisch muurkunstwerk van Amelia Peláez. Het is een vijf verdiepingen groot portret van Che Guevara. Dit beeld van Che is wereldwijd bekend. In brons zijn de beroemde woorden "Hasta la victoria siempre" ("Naar de overwinning, altijd") te lezen. Ons volgende doel is een rumfabriek. Het is een kleine fabriek waar ze het merk Legendario brouwen. We kunnen hier rondkijken, proeven, sigaren, koffie en rum kopen en heerlijke koffie drinken. Ik bestelde twee heerlijke espresso’s en eigenlijk moesten we al weer verder maar de gids zei: "Drink it, I know….Dutch and coffee". Ik wist niet dat wij bekend stonden als koffiedrinkers!

Weer verder, we gaan nu naar El Castillo de los Tres Reyes del Morro, of net als in Santiago de Cuba, kortweg El Morro. Tezamen met het Fortaleza de San Carlos de la Cabaña, kortweg La Cabaña, beheersen deze forten het rotsachtige schiereiland langs de havenmonding van Havana. El Morro werd tussen 1589 en 1630 gebouwd om de havenmonding te beschermen. La Cabaña werd tussen 1762 en 1772 gebouwd. Dit veel grotere complex moest de landroute beschermen. Wij gingen El Morro bekijken maar eerst…..een Dodge uit 1950 die ervoor stond. Het was een taxi en de eigenaar was druk aan het poetsen. Toen Willem de foto’s van onze eigen Dodge uit 1952 liet zien, was hij ineens heel enthousiast en liet de hele auto zien tot het motorblok aan toe. Willem moest er ook even in gaan zitten. Het was één van de weinige mooie oldtimers die we gezien hebben en de eigenaar was met recht apetrots!

Dodge Coronet 1950
 
 
Via een ophaalbrug die naar de van schietgaten voorziene tunnel leidt, betreden we El Morro. We mogen tot aan de winkel en niet verder. Dan moest er toegang betaald worden en ook qua tijd kon het niet. We hebben hier wel weer een schitterend uitzicht over Havana. We hoorden dat er vanaf La Cabaña nog iedere avond om negen uur een kanonschot wordt afgevuurd wat het einde van de dag markeert. In vroeger tijden gaf het kanonschot aan dat de stadspoorten gesloten moesten worden en dat de toegang tot de haven met een ketting versperd moest worden.

Als laatste deze dag, maken we een korte stadswandeling met de gids. We lopen door Habana Vieja (Oud-Havana), o.a. langs het hotel waar Hemmingway in de jaren dertig verbleef en waar hij For Whom The Bell Tolls heeft geschreven, Plaza de Armes en Plaza de la Catedral. Onderweg liep een sneltekenaar met onze groep mee die iedereen probeerde te portretteren wat niet echt lukte omdat we allemaal gewoon doorliepen. Ook kregen we hier een hele mooie donkere dame te zien met een grote Havana in haar mond. Voor één dollar mochten we een foto maken en dat hebben we natuurlijk gedaan. Super toeristisch natuurlijk, ze zat daar waarschijnlijk iedere dag, maar wel een mooi plaatje!

Plaza de Armes is het oudste plein van Havana, het is in 1519 aangelegd als paradeplaats. Het groeide later uit tot het centrum van het stedelijke leven en tot regeringszetel van de Spanjaarden. De Plaza de la Catedral is het kleinste en jongste plein van Oud-Havana en was ooit een moeras. Het gebied werd ontwaterd en aan het eind van de 17e eeuw bebouwd. Het is omgeven door huizen met mooie arcades en aan de noordzijde staat de kathedraal. Deze kathedraal is gebouwd tussen 1748 en 1777 en is gewijd aan Christoffel Columbus. Dit was het einde van de rondleiding en de gids gaf ons een klein uur om zelf nog wat rond te kijken voor we met de bus naar de diverse hotels teruggebracht zouden worden.

We hebben eerst wat gedronken op de Plaza de la Catedral en zijn daarna richting de bus gelopen. We kwamen toen over een markt en hebben hier nog wat rondgekeken. Veel houten voorwerpen en schilderijtjes van oude Amerikanen in hele mooie felle kleuren werden hier verkocht. We konden geen schilderijtje vinden met een Dodge erop helaas. En dan gaan we terug. Eerst langs allerlei hotels in Havana en wij worden uiteindelijk als laatste om 19.00 uur afgezet. Het was een hele leuke middag en weer is ons opgevallen dat Havana echt een onwijs mooie stad zou kunnen zijn. De huizen zijn zo schitterend qua architectuur maar zo ontzettend verwaarloosd, echt heel erg zonde!

 

Eerst even wat gedronken met Karin en Jos. Die zijn vandaag naar Viñales geweest (wat wij morgen gaan doen) en zij gaan morgen naar Havana. Dus even ervaringen uitwisselen! Het was ineens laat en we moesten ons haasten om nog wat te gaan eten. Na het eten naar de kamer gegaan. We moeten alle batterijen opladen, kaartjes (digitale camera’s) leeghalen en de spullen voor morgen klaarleggen. We gaan morgen al om 08.15 uur weg.

Zaterdag, dag 11
Om 07.00 uur al op ons gemak gaan ontbijten en daarna naar de receptie gegaan. We werden om ca. half negen opgepikt. De gids van vandaag verteld wat we vandaag allemaal gaan doen. We gaan naar een sigarenfabriek, de Valle de Viñales bekijken, een farm bezoeken, Pina Colada drinken, lunchen en grotten bekijken. Klinkt goed, we zijn benieuwd! We gaan eerst naar Pinar del Rio waar we de Fábrica de Tabacos Francisco Donatiën gaan bezoeken. We moesten hier alles in de bus laten, je mocht niet naar binnen met een tas, foto- of videocamera. Achteraf heel jammer!

Achter een soort houten werkbanken zaten mannen en vrouwen sigaren te rollen. Best interessant om eens te zien hoe dit gaat. Er wordt een speciaal soort lijm gebruikt die geen geur of smaak bevat om de bladeren vast te plakken. Ze gaan vervolgens in houten vormen om verder te drogen. Er werd zelfs getest of de sigaren niet lek zijn! Het was hier wel zo dat als je meer sigaren maakte dan het voorgeschreven aantal, dat je dan extra betaald kreeg. Volgens Cubaanse begrippen dus niet zo’n slechte werkgever. We konden hier ook weer sigaren kopen wat bijna iedereen ook deed. Toen we naar buiten gingen stond er een "plaatje" voor de deur en vervloekte ik het dat mijn camera in de bus lag. Het was een heel oud, klein, mager Cubaans mannetje met een hele grote, uitgekauwde Havana in zijn mond. Dit was een wereld foto geweest!

Vervolgens gaan we naar de Valle de Viñales. Deze vallei kent verbazingwekkende landschappen. We genieten hier van bijna sprookjesachtige vergezichten. Dit is echt het mooiste stuk van Cuba. De door mogotes (conische bergen, of ook wel "hooibergen" of olifantsruggen genoemd), omgeven vallei in de Sierra de los Organos, is opgebouwd uit lapjes rode, vruchtbare grond en groene vegas (velden), waar de beste tabak ter wereld groeit. De mogotes danken hun ontstaan aan een eertijds kalkstenen zeebedding uit het Jura, die ongeveer 160 miljoen jaar geleden ontstond door de samengeperste resten van miljoenen schelpen en andere zeedieren op de oceaanbodem. Het plateau werd langzaam uit zee omhoog gedrukt. Een groot deel van Cuba bestaat uit grillig kalksteen, bezaaid met door vlakke valleien en ravijnen gescheiden conische bergen en ondergronds een doolhof van grotten.

We gaan nu bij een farm kijken waar normaliter hele grote partijen tabaksbladeren te drogen hangen. Er hangt nu maar een klein beetje. De grote bulk is al naar de fabriek toe. De bladeren hebben een hele typische geur, een beetje een, netjes gezegd, urinelucht! We mogen bij deze farm zelfs binnen in huis kijken. Zag er allemaal heel netjes uit en zo te zien, waren ze ook niet echt arm. Ook hier kunnen we weer sigaren kopen en Willem neemt nog maar een paar exemplaren mee om weg te geven. We gaan nu op weg naar, volgens de gids, overheerlijke Pina Colada’s! Volgens hem worden ze gemaakt van uitsluitend verse ingrediënten.

Het blijkt dat het restaurant waar we dit gaan drinken bij de Mural de la Prehistoria is. Dit is een 180 meter lange, naïeve muurschildering die in 1961 in opdracht van Castro geschilderd werd als profielschets van de evolutie van de socialistische mens. De Pina Colada was overigens echt overheerlijk en inderdaad geheel van verse ingrediënten. De rum werd er los bij geserveerd. Zo kon iedereen er naar zijn/haar eigen smaak rum in gooien. En als laatste voor de lunch gaan we naar de Cueva del Indio. Dit zijn ondergrondse spelonken die op sommige plekken wel 90 meter hoog zijn. Gedeeltelijk gingen we hier te voet doorheen en gedeeltelijk per motorboot. Het groene water wordt bewoond door blinde schaaldieren en vissen en er vlogen ook vleermuizen rond.

Mural de la Prehistoria
 

Toen we net op weg waren naar de ingang, kwamen we tot onze verrassing Ariane en Rob tegen. We hadden ze sinds aankomst in Havana niet meer gezien, heel stom dat we ze hier nu tegenkomen. Er was een heel raar mannetje bij de groep die overal op de foto moest. Rob kreeg tot twee keer toe ook zijn camera in de handen geduwd en moest hem fotograferen in de boot. Leuke fotoserie zal die man hebben! En dan gaan we lunchen in de Rancho San Vicente. Een overheerlijke, traditionele Cubaanse maaltijd! En voor de tweede maal overdag een fikse regenbui. We zaten buiten maar gelukkig onder een afdak. Het eten was heel goed maar best veel. De groep bestond uit Engelsen, Spanjaarden, Duitsers, Italianen en wij als enige Nederlanders. We hadden niet veel aanspraak tijdens het eten maar we hadden gelukkig wel gezelschap van een kat, een paar honden en een kip die ons van de restjes afhielpen!

Na de lunch gingen we weer op weg naar Havana. De rit zou ongeveer twee en een half uur duren dus de gids zei: "Relax, I let you know when we are there". In korte tijd zat bijna de hele bus te knikkebollen of te slapen. Wij werden deze keer als eerste afgezet om ongeveer zes uur. We hebben eerst even wat gedronken met Ariane en Rob die we in de bar zagen zitten. Vervolgens zijn we de auto leeg gaan halen, het ergste vuil eruit en alle aangebroken zakken snoep en lege waterflessen eruit. Morgenochtend moeten we de auto inleveren in Varadero. Na even gedoucht te hebben, zijn we nog even beneden in de bar wat gaan drinken. Toen we naar binnen liepen, werden we gelijk aangesproken door een Cubaanse jongeman. Hij zei: "Holland". We zeiden ja maar liepen gelijk door en gingen een paar tafels verderop zitten. Na een drankje besteld te hebben, kwam diezelfde jongen naar ons toe.

We hebben gelachen met die knul, echt onwijs leuk! Hij was twee jaar geleden voor drie maanden in Nederland geweest met zijn band. Dit was de eerste en enige keer dat hij uit Cuba is weggeweest. Hij is in o.a. Amsterdam, Didam, Eindhoven, Tilburg en Oisterwijk geweest. Alleen de wijze waarop hij deze plaatsnamen uitsprak was al een giller. Hij sprak over Nederland alsof het een andere planeet is. Het openbaar vervoer, de vrouwen met volgens hem "orange skin", de uitgaansmogelijkheden, het eten in overvloed enzovoort! We vroegen of hij niet had willen blijven maar dat had hij niet gekund zei hij. De Nederlanders zijn aardig maar stijf en erg op zichzelf. In Cuba praat iedereen met iedereen en de salsa dansen en muziek maken is van levensbelang voor ze. Ze zijn veel beweeglijker en drukker!.

We kregen een privé optreden van hem en zijn band. Cachiván sexteto. Na iedereen opgetrommeld te hebben, gingen ze voor ons alleen spelen. Ook ons favoriete nummer "Hasta Siempre" over Che Guevara werd door hun vertolkt. Hartstikke gaaf! We hebben hun cd gekocht, hij vroeg er $ 10,00 voor maar we hebben hem $ 20,00 gegeven. Dat werd gelijk aan de andere doorverteld en ze kwamen ons bedanken. We hebben leuk zitten kletsen met die knul over van alles en nog wat, tot het overlijden van zijn moeder toen hij elf jaar oud was toe. Alleen over Fidel Castro wou hij niets loslaten, hij keek om zich heen toen wij iets vroegen, en veranderde gelijk van onderwerp.

Toen ze weggingen, kreeg ik wel vier kussen van hem. We hebben op zijn verzoek, ook ons e-mail adres gegeven, ben benieuwd of we nog iets horen van hem! Ze gingen weg met een auto (een oude Amerikaan) waar ze met z’n dertienen ingingen. Maar ja, proppen zijn ze wel gewent. In de zogenaamde kamelenbussen, het openbaar vervoermiddel na de vrachtauto’s, gaan ze met driehonderd man in. Deze bussen worden ook wel gekscherend ‘sexbussen’ genoemd omdat je of je wilt of niet, altijd lichamelijk contact hebt!

 

Zondag, dag 12
Ja….en dat viel niet mee! Gisteren hebben we het eigenlijk veel te laat gemaakt, maar ja, het was ook zo gezellig. Om 07.00 uur al aan het ontbijt en om 08.00 uur rijden we weg. Op zich was de weg redelijk goed te vinden maar vlak bij Varadero zijn we toch één keer de verkeerde weg ingereden. We moesten toen een aardig stuk omrijden. Via een tolweg kwamen we uiteindelijk in Varadero aan. Het is ook deze tolweg die de meeste Cubanen al tegen houdt omdat je hier met dollars moet betalen. En die hebben de meeste Cubanen niet! Het was heel anders als dat we verwacht hadden. Je had aan de ene kant de zee, dan de weg en dan allerlei grote hotels, een golfclub, watersportgelegenheden en dan weer zee. We hadden eigenlijk een soort van boulevard verwacht waar de hotels aan lagen maar ook restaurants, barretjes en winkels.

Uiteindelijk hebben we de auto om elf uur ingeleverd. Een uur te laat maar we hoefden niet bij te betalen. Met de taxi zijn we naar ons hotel gegaan, hotel Riu Turquesa. Het waren allemaal huisjes met een aantal kamers. Onze kamer was boven en echt heel mooi. We keken op mooi groen met palmbomen en alleen twee zandpaadjes die naar het strand toe liepen. We zijn eerst naar de snackbar bij het zwembad gegaan om wat te drinken. Raar hoor, dat All Inclusive. Wij hebben dat nog nooit gehad en het voelde erg raar dat je zomaar van alles kon pakken aan eten en drinken! Na een tijdje kwamen ook Ariane en Rob aan en weer iets later ook Karin en Jos.

We zijn om een uur of drie naar het strand gegaan. Wit strand, een blauw/groene zee en een lekker zonnetje, bijna een paradijs. Wat wil een mens nou nog meer! Een paar keer een lekkere duik genomen, het water was gewoon warm en de zee was spiegelglad. Toen we naar de kamer teruggingen, werden we ook daar weer verrast. De koelkast was gevuld met bier en frisdrank en op tafel stonden twee flessen water en een fles rum. Nou….toen hebben we eerst maar een lekkere Cuba Libre gemaakt. Dat smaakte wel! Na een overheerlijke douche zijn we weer naar de snackbar gegaan. Willem zijn maag is helaas van slag dus hij moet een beetje uitkijken met eten. We hebben met zijn zessen gegeten in het restaurant en hebben daarna nog wat gedronken bij het zwembad.

Willem heeft voor het slapen gaan toch maar voor de zekerheid een pilletje van Karin en Jos ingenomen tegen diarree. Zij hadden een hele andere kamer, eigenlijk twee en ook twee toiletten en een jacuzzi in de badkamer (die het niet deed). Ze gebruikten die ene kamer niet want daar stond alleen een hele vieze bank in, een tafel, een één of ander beeld en een tv. Niet echt nodig dus. Die twee toiletten was voor ons ook wel handig geweest nu Willem aan de slinger was!
 
Maandag, dag 13
Na het ontbijt zijn we eerst met Karin en Jos wezen informeren naar excursiemogelijkheden. Jos had gehoord dat je helikoptervluchten kon maken van hieruit. Helaas was dat qua tijd niet mogelijk. Ook had hij gehoord over een tocht per jetski naar een oerwoud. Dit wilde Karin echter liever niet omdat ze ook niet zo lekker in haar maag was. Willem en ik zijn niet echt van die waterratten dus dat vonden wij ook niet zo. We zijn toen maar met zijn vieren met een treintje naar Varadero zelf gegaan om nog wat inkopen te doen, souvenirs/presentjes voor de dochters van Karin en Jos en iets voor mijn moeder. We werden afgezet bij een markt en er werd gezegd dat we aan de overkant van de straat moesten gaan staan om weer opgepikt te worden als we terug wilden naar het hotel.

Karin en ik werden gelijk naar een kraam met sieraden toegetrokken. We bleken wel dezelfde smaak te hebben qua sieraden. Allebei een mooie ring en een armband gekocht. Voor hun dochters ook leuke dingen gevonden, leuke kettingen en een pet met Che. In een winkeltje, na lang zoeken, nog een cd gekocht met het nummer Hasta Siempre erop. Om half drie waren we terug in het hotel en na de spullen op de kamer gelegd te hebben, zijn we naar het strand gegaan. Even een lekkere duik in zee, het was weer aardig heet en op die markten hebben we weer aardig lopen zweten!
 
Terug op de kamer eerst maar weer een paar Cuba Libres gedronken en daarna douchen om het zout van ons af te spoelen. Daarna naar de bar gegaan om nog wat te drinken voor het eten. Om negen uur gingen we met zijn zessen eten. Vervolgens naar de Magic Show gekeken die bij het zwembad was. Dat entertainment gedoe is eigenlijk niets voor ons maar dit was dan nog wel leuk. Daarna gingen ze weer dansen dus wegwezen……in de bar nog maar wat gaan drinken en daarna weer slapen!

Dinsdag, dag 14
Weer vroeg ontbeten en daarna bij de receptie geïnformeerd of we één kamer langer konden houden. Helaas was dit niet mogelijk want het hotel was helemaal volgeboekt. Er kwam vandaag weer een nieuwe lading toeristen. Dus helaas moesten we om 12.00 uur van de kamer af. We konden onze koffers in een afgesloten ruimte bij de receptie zetten en voor vertrek konden we douchen in een kamer die ze daar speciaal voor hadden. We zijn dus de boel maar gaan inpakken, kleding voor in het vliegtuig apart en om half twaalf toen we klaar waren, zijn we de spullen bij de receptie gaan neerzetten.

Ja, en dan is het toch weer zo’n hangdag! We hadden eigenlijk geen zin meer om naar het strand te gaan, dan zit je weer zo onder het zand en zout. Dus maar wat gaan drinken, eten, drinken, winkelen, drinken etc. Om half vier zijn we gaan douchen en daarna in de bar bij de receptie wat gaan drinken. Uit de zon met een lekker koel drankje! Er gebeurde hier nog wat waar we best van schrokken. Er stonden hier een paar van die enorme Koningspalmen en we hadden al gezien dat bij sommige palmen een oud blad nogal los zat. Nou…we hoorden ineens een klap! Er was dus zo’n oud blad naar beneden gekomen. Je zal dat op je kop krijgen, volgens mij heb je dan toch een aardige hersenschudding!



We hebben in de hal bij de receptie verder zitten wachten op de bus en de tijd gevuld met het maken van een groepsfoto van ons zessen die heel leuk is geworden. Ook even adressen en e-mail adressen uitgewisseld voor het er niet meer van kwam. Om ongeveer half zes werden we opgehaald door een bus van Cubanacan die ons naar het vliegveld Juan Gualberto Gomez bij Varadero brengt. Om zeven uur gingen we, zonder problemen, door de douane. Met ongeveer twintig minuten vertraging gingen we om kwart over negen de lucht in. Dit kwam doordat de Cubaanse immigratiedienst één boardingkaart miste. Er werd gevraagd of iedereen even wilde checken of het grote deel van de kaart was ingenomen. Het bleek een vrouw te zijn die niet reageerde en pas na controle van alle kaarten gevonden werd!

De vliegtijd bedroeg acht uur en vijfenvijftig minuten en de afstand was 7758 kilometer. Na een warme hap, moesten we om elf uur de luiken sluiten. Het zou zo licht worden maar wij moesten nog slapen! Dat lukte niet echt, af en toe een beetje weggezakt maar ja, slapen in een vliegtuig blijft een hele opgave. Je krijgt overal kramp en weet niet hoe je moet gaan zitten. Tenminste, Willem en ik hebben daar allebei last van. Je ziet sommige mensen heerlijk slapen en dan denk je…..hoe doen ze dat toch?

Woensdag, dag 15
Om drie uur (= 09.00 uur) gingen de lichten aan en een half uur daarna kregen we een ontbijtje. Vervolgens kwamen ze langs met taxfree artikelen en heb ik een lekker luchtje en een mooie ring gekocht. In de vakantie ruim binnen het budget gebleven dus, het mocht! Om even over twaalven landen we op Schiphol, op de nieuwe Polderbaan. Een eind taxiën dan hoor voor je bij de gate bent. Eerst in een koffiebar even een sigaretje gerookt en toen naar de band voor de koffers. Die hadden we ook al heel snel. Daarna naar het Meeting Point toe waar onze taxichauffeur op ons wacht. Om tien over half twee zijn we thuis.

Nog wat overpeinzingen:
Dit was weer een eindeloze vakantie waarin we weer een hoop nieuwe indrukken hebben opgedaan. Cuba is qua natuur erg mooi. Helaas zijn de steden allemaal erg vervallen. Het is een land dat na veertig jaar isolement er nog altijd staat ondanks zijn algemene schaarste, maar zonder de schrille tegenstellingen tussen rijk en arm zoals in andere landen. Er bestaat geen enkele Cubaan die zijn primaire behoeften (onderdak, voedsel en veiligheid) zelf moet bevredigen. Wat in andere delen van de wereld, zoals ondermeer in Afrika en in delen van Azië waar we geweest zijn, wel het geval is. Echte armoede is er niet ondanks dat sommige Cubanen je dat willen laten geloven. Goed, ze hebben het niet breed, ze verdienen gemiddeld 10 dollar per maand. De meesten vergeten er wel bij te zeggen dat ze van een groot pakket sociale maatregelen genieten!
 
Gezondheidszorg en onderwijs zijn volledig gratis. Meer dan 80% van de Cubanen is eigenaar van zijn woning. De huizen zijn voorzien van water en elektriciteit en ze beschikken over voldoende comfort zoals: stereo, koelkast, tv, radio, degelijk bed, klerenkast…..keer op keer voorwerpen die ‘echte armen’ zich niet kunnen permitteren. Iedere Cubaan heeft ook recht op betaalde vakantie (drie/vier weken maar geen dubbel vakantiegeld), bestaan er werkeloosheidsuitkeringen en kunnen de senioren genieten van hun pensioen. Tien dollar is weinig maar toch kunnen ze, naar hun maatstaven, met dat bedrag voldoende kopen.
 
Door het wegvallen van de ondersteuning door de Sovjets en de algehele boycot door Amerika, kampen ze in Cuba met een groot probleem. Het economische leven ligt nagenoeg stil. Het toerisme is dus van groot belang maar stelt het land ook weer voor nieuwe problemen. Doordat de dollar ingevoerd werd, ontstond een ‘tweede wereld’. Wie dollars bezit, kan heel wat meer doen dan iemand met alleen maar peso’s. Er zijn namelijk dollarwinkels en bars geopend voor de toeristen en als je dus geen dollars hebt, kun je hier niets kopen. Veel Cubanen kiezen voor werken in de toeristische sector omdat daar goed in te verdienen is. Leraren, artsen, advocaten en ook fabrieksarbeiders kiezen voor het toerisme wat betekend dat in deze sectoren weer problemen ontstaan.
 
Na veel gelezen te hebben over Cuba en Fidel Castro, zijn we er van overtuigd dat zijn bedoelingen heel goed waren toen hij de revolutie begon. Het was er, simpel gezegd, om begonnen dat de toenmalige president en dictator, Batista, moest verdwijnen en het geld wat verdient werd in Cuba en door de Cubanen niet allemaal moest verdwijnen naar Amerika. Het moest in Cuba blijven en ten goede komen aan de ontwikkeling van Cuba en de Cubanen. Batista was ook begonnen met sociale hervormingen die op zich heel goed waren maar is geëindigd als corrupte politicus. Castro is dus ook goed begonnen en hoewel hij nu onder de plattelandsbevolking nog wel veel aanhangers heeft, zijn de stedelingen steeds meer ontevreden en snakken ze naar meer materiële zaken. Als je de naam Castro noemt, zwijgt men en kijkt om zich heen. Wat je hier van moet denken……..! We willen niet zeggen dat hij ook corrupt is zoals Batista maar misschien wel te halsstarrig in het doorvoeren van zijn ideeën over een socialistische staat en te blind voor de onvrede die heerst onder een groot deel van de bevolking in Cuba.


We zijn wel heel blij dat we het Cuba van nu gezien hebben. Na de dood van Fidel Castro zal er een hele hoop veranderen. En of dat ten goede zal zijn……..dat moeten we maar afwachten!

Geen opmerkingen: